
Bron: Marco Timmer, VI PRO
Henk de Jong zit ruim dertig seizoenen in het trainersvak. Nemen we zijn tijd als jeugdtrainer mee, dan is de 61-jarige Fries al veertig jaar oefenmeester. Met SC Cambuur hoopt De Jong dit seizoen opnieuw op promotie. Een openhartig gesprek over het trainersvak, de club uit Leeuwarden en de privéproblemen waar hij de afgelopen jaren mee te maken kreeg.
Aan het begin van het seizoen zei u dat het niet realistisch was Cambuur als favoriet voor promotie te zien. Hoe is dat nu?
‘Dat klopt, we begonnen ook hartstikke moeilijk aan dit seizoen. Hadden geen goede voorbereiding. We konden bijna geen wedstrijden krijgen, de kwaliteit in de selectie was nog niet op orde en we kregen te maken met zeven blessures. Toen we de eerste wedstrijd van Dordrecht verloren, zei ik ook dat we nog helemaal niet fit waren. Ik kreeg heel Nederland over me heen: hoe kan dit nou? Toen het seizoen begon, was eigenlijk een aantal spelers met de voorbereiding bezig.’
Wat veranderde?
‘Nadat we een oefenduel met Telstar hadden verloren, heb ik de directie gebeld. Ik zei: Ik snap dat er weinig geld is, maar we moeten wel wat doen, anders is het niet eerlijk. De directie en de rvc hebben ons toen echt geholpen. Pieter Kooi (geldschieter, red.) heeft daar ook een rol in gespeeld. We kregen er bijvoorbeeld Oscar Sjöstrand, Boeffie (Ismael Baouff) en Ichem Ferrah erbij. Ik was tevreden over mijn jongens, maar er moest iets extra’s bij. Deze spelers brengen dat. En ineens voel je: Nu gaat het.’
Is dat het geheim?
‘Ja, in combinatie met mijn geweldige staf. Het is heerlijk om Edwin de Graaf erbij te hebben. Hij weet al wat het inhoudt om hoofdtrainer te zijn en welke druk dat met zich meebrengt. Rik Reinsma is een jonge gast, die zich vooral bezighoudt met ons spel aan de bal. Hij wordt snel toegelaten op de cursus Coach Betaald Voetbal. Timo Platel hebben wij als keeperstrainer bij Jong FC Utrecht weggehaald. Maikel Kieftenbeld, vorig jaar nog speler, hebben we erbij gehaald. Maikel heeft zoveel ervaring, die vertelt nooit onzin. Gergely Balázs onze video-analist. De performance trainers, top van Nederland. Het is allemaal puur kwaliteit en het past perfect samen. Ik heb met Jouad Boufarra zelfs een topstagiair van de cursus Coach Betaald Voetbal. En ik heb als eindverantwoordelijke het totaaloverzicht.’

Dit is classic Henk de Jong, iedereen direct de complimenten geven.
‘Ja, misschien wel, maar die gasten verdienen dat ook, anders zou ik het niet doen. Hetzelfde geldt voor mijn jongens, mijn spelers. Die zijn geweldig. En het werkt ook andersom, hè?’
Hoe bedoelt u?
‘We spelen nu wat makkelijker voetbal, maar ook vorig jaar had ik een geweldige groep. We werden uiteindelijk derde, maar stonden na acht wedstrijden zeventiende. Ik doe altijd mijn best en pas altijd op iedereen binnen de club, maar nu had ik het zelf heel moeilijk. Dat was verdomme lastig, hoor. Toen hebben de spelers mij geholpen. Ik sta altijd voor mijn jongens, maar toen er aan mijn stoelpoten werd gezaagd, gingen zíj voor mij staan. Uit bij VVV wonnen we. Zeiden ze: “Kom niet aan onze trainer, deze zege is voor hem”. Dat was apart, echt uniek.’
Bent u tegenwoordig meer manager dan hoofdtrainer?
‘Ja, zo zie ik dat wel. Ik laat heel erg veel aan de jongens over. Veldtrainingen, zij kunnen dat allemaal heel goed zelf. En soms zeg ik met opzet: Maar zo doen we het niet, we doen het zo. Scherp houden. Maar ze zijn heel goed, ze laten me alles zien en we bespreken alles samen. Deze rol voelt heerlijk. Mijn kracht is dat ik hen in hun kracht kan zetten. Ik geniet enorm van hun ontwikkeling en het is ook goed voor mij.’
Want?
‘Ik ben al 61 jaar, ik moet ook mee in deze tijd. Als in het voetbal alles verandert, moet ik mee veranderen. Je kunt als trainer wel altijd alles bij het oude willen houden, maar dat gaat niet. Het voetbal ontwikkelt zich, de spelers en de trainers van nu ook. Mooi om ook dat proces mee te mogen maken. En als je niet mee verandert, ben je je baan kwijt.’
Tenzij je Dick Advocaat heet.
‘Ja, haha, mooi, zo genoten van hem en Curaçao. Dick is een speciale man, 78 jaar, veel ervaring en hij is heel slim. Dick weet heel goed wie hij meeneemt en de spelers zijn allemaal gek met hem. Ik heb Dick voor de cursus bij AZ meegemaakt, hij is ook een hele lieve man. Dat merk je als je met hem praat. Emotioneel ook, al is dat ook de leeftijd.’
U herkent het?
‘Ik begin dat inderdaad ook te krijgen. Ik zei altijd: Foppe (de Haan, red.) jankt ook zo snel om alles. En nu merk ik het bij mezelf. Het komt met het ouder worden. Het lijkt of dat werkelijk gevoel oproept. Zielige dingen, mooie momenten, zaken die in en met de groep gebeuren. Ik heb het al, als ik er nu over praat. Ik word gewoon sneller emotioneel. Ik ben me meer bewust van alle mooie dingen die we meemaken. Ik weet het: die andere gasten zijn allemaal nog jong, maar ik probeer het ze wel bij te brengen. Dat het allemaal bijzonder is en dat ze van ieder moment moeten genieten.’
U ondervond echter dat het trainersvak ook keihard kan zijn. Ron Jans nam het recent na het ontslag van John Heitinga ferm op voor alle trainers. Hoe kijkt u hier als ervaren coach naar?
‘Wat Ron zei over social media daar sta ik achter. Het is dodelijk wat daar allemaal op verschijnt. Ze mogen alles maar over je zeggen. Dat is echt niet normaal. Daarom zit ik er verder ook niet op. Bekijk het maar. Als je alles meekrijgt, doet dat pijn, daar heb je last van. Je moet jezelf daarin beschermen, of daarbij hulp zoeken. Anders ga je eraan. En over de kritiek in reguliere media, als die inhoudelijk is, heb ik er geen problemen mee. Ik denk altijd maar: Ze bedoelen het niet persoonlijk. Ook ik ben weleens op de hak genomen in Vandaag Inside. Maar daar reageer ik dan maar niet op. Ik weet ook dat als ik iets roep, het direct overal staat en dat er dan een reactie op komt. Tja, dat hoort ook een beetje bij ons vak. Ik snap dus wat Ron en ook Peter (Bosz, red.) zeggen, maar ik zie het ook niet snel veranderen.’
Wat zou u beginnende trainers hierin adviseren?
‘Sluit je ervoor af, over de buitenwereld heb je geen controle en zorg dat je betrouwbare mensen om je heen hebt en meeneemt. Kom je ergens alleen binnen, dan wordt het lastig. En zorg ervoor dat je op het juiste niveau begint om te wennen aan alles in en om het voetbal.’

Legt u dat eens uit.
‘Nou, Ruud Gullit stapte direct bij Chelsea op topniveau in. Hij was een grote speler en is een wereldburger, als hij het rustig in de juiste stappen had gedaan, had hij denk ik een hele grote trainer kunnen worden. De beginnende trainers moeten niet te snel willen, het is echt een vak en dat moet je leren. Dat doe je door fouten te maken. In de top word je dan direct afgemaakt, daaronder minder snel. Arne Slot heb ik bij Cambuur als assistent gehad. Ik heb geprobeerd hem en andere jonge trainers wegwijs te maken in het trainerschap, want het blijft toch een ervaringsvak.’
U bent niet meer dezelfde trainer als toen u begon?
‘Nee, jongen. Toen ik begon was ik wild, zat ik overal bovenop. Het bloed, dat wij hebben in de regio waar ik weg kom (Drachten, red.), dat rode, dat kookte, haha. Dat moet niet altijd. Rustig blijven, dat heb ik moeten leren. Ook na wedstrijden. Want je kunt, als je niet rustig bent, alles kapot maken wat je hebt opgebouwd. Je moet dus uit de emotie. En je moet voor je spelers opkomen. Dat moet altijd, want zij moeten het voor me doen. Mijn staf en ik kunnen een plan verzinnen, maar zij moeten het uitvoeren. Daarom betrekken we de spelers er ook bij. Tegen ADO deden we het daarom anders, want niemand won van hen.’
Jullie brachten ADO de eerste nederlaag in de competitie toe.
‘Dat was heel knap, want wat er in Den Haag gebeurt, is echt bijzonder. Mooie club en ze hebben in Robin Peter een goede rustige en aardige trainer. Ik heb hem ons nieuwe stadion laten zien en hij stuurde me na afloop nog een berichtje om me te complimenteren en te bedanken. Zo hoor je met elkaar om te gaan.’
Toch zal u niet met heel veel plezier aan dat duel terug denken.
‘Dat klopt en dat is jammer. Onze prestatie sneeuwde echt onder door die rellen. Wat hadden we een feest gehad in het stadion. Peter Beense zou zingen. Maar doordat vuurwerk en het staken, moest hij nu onder de wedstrijd zingen omdat hij natuurlijk ook een volgende afspraak heeft. Veel mensen waren al naar huis gegaan door al die ellende. Wij liepen een ereronde voor een nagenoeg leeg stadion.’
Zijn dit soort uitwassen uit te bannen?
‘Moeilijk. Het gaat maar om een kleine groep gasten die dit doet. Vijftig idioten. Levenslange stadionverboden in combinatie met een meldplicht kunnen de oplossing zijn. Zoals ze in Engeland hebben gedaan. Ik zag dat vuurwerk worden gegooid en ik wilde erop af. Daar zaten ouders met kinderen. Maar ik werd al direct tegengehouden. Onze eigen supporters kon ik ook niet meer tegenhouden. De hekken waren al open omdat het zo laat in de wedstrijd was. De mensen van de club ADO, allemaal keurig netjes, die konden er ook niks aan doen.’
Gaan jullie met ADO promoveren naar de Eredivisie?
‘We staan nu waar we staan en dat is echt heel goed. Maar, de weg is nog lang. We moeten deze periode tot de winterstop doorkomen en dan gaan we naar de doelstelling kijken. Ga ik met de jongens zitten. Eerst krijgen we nog december-januarivoetbal, zo noem ik het altijd. Vaak niet mooi, het gaat dan puur om punten. Rond de 75 punten betekent promotie. Hoe dikker we voor de winterstop over de veertig punten komen, des te moeilijker het voor de anderen is om het in te halen. Want die moeten dan steeds meer winnen.’
U weet wat het is om goed te finishen?
‘Ik ben twee keer met Cambuur gepromoveerd en één keer met De Graafschap. En één keer met Cambuur stonden we op promoveren toen de competitie vanwege corona werd afgebroken. Nu is onze groep er heel rustig onder. Mijn aanvoerder Mark Diemers is daarin heel belangrijk. Hij heeft een schat aan ervaring en dat helpt deze selectie. Mark is erg overtuigd van zichzelf en dat bedoel ik positief. Hij raakt niet snel in de war. Toen ik hem bij De Graafschap had en ik foeterde omdat het niet goed ging, zei hij: “Trainer heeft u een momentje. Blijf maar rustig, het komt wel goed”. Daar heb ik van geleerd.’
Wat precies?
‘Nou, hoe jezelf bent als trainer, dat zie je terug in de club. Als ik hier drie dagen achter elkaar nors binnen kom, denkt iedereen: Daar heb je die oude zeur ook weer. Als ik dat altijd doe, dan bepaal ik als trainer de gehele sfeer in de club. Maar dat werkt ook omgekeerd. Als ik positief ben en blijf, dan straalt dat af op de anderen binnen de club. Iedere dag ga ik daarom mijn bed uit met de vraag: Wil ik een positieve inspirerende man zijn, of een ouwe zeur? Ik wil het eerste zijn. En als we verliezen, ben ik mooi stil. Een dag later, denk ik: Schouders er weer onder.’
Bent u hierin veranderd de laatste jaren door alles wat er privé is gebeurd?
‘Ja, door alles wat ons is overkomen, ben ik ook een stuk rustiger geworden. Ik kijk anders naar het leven. Ben het nog meer gaan waarderen. Eerst kreeg onze zoon Ruben Long-Covid, hij zat in een rolstoel. Het gaat goed, maar hij is nog niet helemaal klachtenvrij. Als Ruben te zwaar sport, krijgt hij koorts. Ik werd ziek. Mijn vader kwam te overlijden, hij was op leeftijd, maar het was heel onnozel door een tekenbeet en mijn vrouw Diana heeft nu borstkanker. Het gaat, nog niet top, maar ze komt er doorheen. Ze heeft veel last van de bestraling en de hormoontherapie. Maar we gaan ervan uit dat het goed komt. Zij moest er voor mij zijn toen ik die cyste in mijn hoofd had. Nu ben ik er voor Diana. Ze is een geweldig mens en ik pas goed op haar.’
Dat is niet niks, dan is voetbal bijzaak.
‘Nee, dat vind ik niet. Voetbal is nooit bijzaak, het is voor mij juist een uitlaatklep. Diana haar broertje Harald verongelukte toen hij 27 jaar was. Ik was trainer van VV Sneek en ik dacht: Ik maak me nooit weer druk. Twee weken later maakte ik mij alweer druk om voetbal. Ik ben zo fanatiek. Als we 2-0 voorstaan, zeggen de jongens op de bank weleens: “Henk ga rustig zitten, geniet nou even”. Nee, kop erbij houden.’
Dus die privézaken hebben de trainer De Jong niet veranderd?
‘Nee absoluut niet. Als mens wel natuurlijk. Maar die passie en drive als trainer zitten er nu eenmaal in. Ik voel het wel als ik het langs de lijn warm krijg, dan doe ik mijn jas uit. Maar verder, of het regent, sneeuwt of wat dan ook, dat gaat langs me heen. Als voetbaldier verander ik niet.’
Zegt uw vrouw door alles wat er is gebeurd niet: Henk, het is mooi geweest?
‘Nee, nee, zeker niet. Want wat moet ik anders doen? Ik ben voetbaltrainer. Dit vind ik het leukste. En als ik doe wat ik leuk vind, kom ik ook goed thuis. Ik geef wel toe dat ik na mijn hersenoperatie weer te vroeg ben begonnen. Vijf maanden daarna. Dat had ik nooit moeten doen. Eindigden we ook nog dertiende, maar ik was toen niet Henk de Jong. Het kostte me te veel energie.’
Waarom deed u het dan?
‘Omdat Cambuur mijn club is en omdat Ard het vroeg. Ze gingen stoppen met Sjors Ultee en ik moest het overnemen. Eigenlijk kon het niet. Maar ik denk dat ik het misschien wel toch weer zo zou doen.’
Heeft u helemaal niets aan die cyste en de operatie overgehouden?
‘Nee, niet echt, het gaat hartstikke goed. Het enige is dat ik ’s avonds vroeger naar bed ga, dan ben ik wel moe. Maar ik ben ongelooflijk blij dat het zo is afgelopen. Mij werd gezegd dat er niets aan te doen was. Maar ik ben Jos Eijkenboom, een internist van het Maxima Medisch Centrum in Eindhoven, nog altijd onvoorstelbaar dankbaar. Hij legde via Linkedin contact met mij omdat zijn vrouw ook zo’n cyste in het hoofd had en wél was geopereerd. Inmiddels zijn er door de bekendheid rondom mijn geval vijf mensen aan hetzelfde geopereerd door dokter Erik van Lindert van het Radboud in Nijmegen. Zijn naam moet je echt even noemen. Heerenveen-supporter, maar hij mocht me toch opereren, haha.’
Dan helpt het dat u trainer bent?
‘Absoluut. Als ik geen voetbaltrainer was geweest, dan had ik nu niet hier gezeten. Want ik kon zo niet verder leven. Ik kon eigenlijk niks meer. En na de operatie eerst nog achter een rollator, zag maar met één oog, maar het is allemaal goed gekomen. En ik ben maar een peulenschil vergeleken bij de ergere gevallen, want die van mij was goedaardig. Het is best een mooi ding trouwens.’
Pardon?
‘Ja, wil je hem zien? Ik heb een foto in mijn telefoon van de scan. Kijk, een rond dingetje. Klein wit golfballetje. Drukte tegen mijn oogzenuw aan. En op deze foto is-ie eruit. Ja, heel bijzonder. Ze zeggen dat hij is gegroeid van jongs af aan. Ik heb gewoon geluk gehad. Ook door die operatie ben ik emotioneler geworden. Ik heb altijd geprobeerd een goed mens te zijn in mijn leven. Dat wil ik gewoon. En door die cyste ben ik nog beter mens geworden.’
Waarom?
‘Ik reageer veel minder heftig en minder snel. En ik geniet nog veel meer. Eigenlijk overal van. Van naar het stadion rijden, of lekker bij Diana thuis zijn. Bij de kerstboom zitten. Ik zei vorige week ook tegen haar: Die kerstboom moet erin. Ik kon mezelf niet langer tegenhouden. Dan zit ik ’s avonds thuis met de twee jongsten en dan zeg ik: Wat leven we hier toch mooi. Op 22 december zijn we dertig jaar getrouwd, gaan we lekker met het gezin naar Winterberg. Skiën doe ik denk ik niet, want ik moet niet vallen natuurlijk met dat hoofd. Misschien langlaufen. Maar ik geniet veel meer dan voorheen.’
Dus ook van het trainerschap?
‘Ja, maar ik probeer wel iedere dag alles uit de jongens te halen. En als er iets is, direct komen, uitpraten. Niet mee blijven zitten. Arne zegt dat ook: “Heb ik van Henk geleerd”. Dingen moeten uit de weg en weer door. En goed voetballen, daar geniet ik van. Heeft een paar jaar niet gekund. Ook door de spelers die we hadden. Het waren wel geweldige jongens, maar we moesten iets anders spelen.’
Nu speelt Cambuur weer zoals u het wil?
‘Ja, zoals wij willen. Dat het publiek het leuk vindt, zo heb ik het altijd willen doen. Dat het stadion volloopt. Altijd spektakel en vooruit. Voetbal moet leuk zijn, dus op de aanval. We moeten goals maken. Heb ik mijn hele leven gehad. Op de cursus zeiden ze weleens: “Henk, je bent hartstikke gek”. Maar toen ik trainer was, deed ik het wel.’
Kreeg u ook wel eens ouderwets op de kloten.
‘Je bedoelt de 9-0 tegen Ajax in Amsterdam. Johan Derksen noemde me toen een padvinder. Ik moest rustig blijven, niet te veel zeggen, want we speelden op donderdag tegen Heracles en op zondag Sparta uit. We wonnen 2-0 en 4-0. Ik had mijn jongens na Ajax kunnen afmaken, maar dan hadden we deze twee ook verloren. Maar altijd blijven aanvallen, dat is echt het leukste.’
Hoelang gaat u nog door?
‘In elk geval tot mijn 65ste.’
Dat is nog maar vier jaar.
‘Daarna zie ik het wel. Zoals Dick het doet, dat vind ik heel mooi, maar dat zul je mij niet zien doen. Guus Hiddink ging een keer naar China en ik trof hem bij een golftoernooi van Foppe. Ik vroeg hem waarom hij daarheen ging. Guus zei: “Dit soort dingen vind ik nou leuk”. Hij had nog gelijk ook, maar ik denk niet dat ik het doe.’
Dus ze hoeven u niet te bellen?
‘Mwoah, misschien een keer bondscoach bij een leuk land, haha. Maar, je moet ook weten wanneer je moet stoppen. Zoals ik me nu voel, wil ik tot 65 jaar door. Ik ben ook nog niet klaar, ik zit nog vol ambitie. Maar dat komt ook door mijn staf en Lars Lambooij, mijn technisch manager die zich goed ontwikkelt. Zijn begin was niet makkelijk, moet je ineens met Henk de Jong werken. En Ard de Graaf kan ik altijd bellen, ook als ik kwaad ben. Dan legt hij me dingen uit. Net als mijn vrouw heeft hij zeven van de tien keer gelijk, haha.’
Uw zoon Ruben is hoofdscout, grapt hij al dat het zijn verdienste is, nu het zo goed gaat?
‘Haha, we ouwehoeren daar wel over. Hij doet het met zijn team hartstikke goed en ik ben super trots op hem. Het is totaal niet lastig, omdat spelers lang niet wisten dat Ruben mijn zoon is. Mijn andere zoon Marc is directeur van OG Fuels Zweden, de voormalige hoofdsponsor van FC Groningen. Ze hebben het er nooit over dat hij mijn zoon is. Wij kunnen in het gezin de dingen heel goed scheiden. Ruben is ook heel direct tegen mij. Als ik zeg dat ik iemand niet goed genoeg vind, zegt hij: “Ga er maar mee werken en trainen. Over die andere vijf hoor ik je niet”. Zo hoort het natuurlijk ook.’
U bent inmiddels vergroeid met deze club. Zou u de Foppe de Haan van Cambuur willen worden?
‘Ik ben een paar seizoenen bij De Graafschap geweest en ik ben natuurlijk ziek geweest. Dat is zo zonde. Maar verder ben ik natuurlijk al een beetje de Foppe van Cambuur. Dit is zo’n prachtige club, past echt bij mij. Ik ben er trots op dat ik hier al twaalf jaar werk, want wie houdt het hier nou zo lang vol? Ik moet ook een beetje moeilijke clubs hebben. Ik houd daar van. Met lef spelen, publiek vermaken, het rauwe randje kunnen accepteren, met de fans sparren en verder normaal doen. Als je bij Cambuur moeilijk gaat doen, heb je een probleem. Ik vond het daarom wel mooi dat Paul Bosvelt me belde of ik interesse had in Go Ahead toen René Hake wegging. Ik kon het toen niet maken naar Cambuur, zij betaalden mijn salaris door toen ik ziek was, maar ik was er wel trots op. Volksclubs zijn zo mooi.’
U bent nu veertig jaar trainer, wat is het geheim?
‘In de jeugd bij Drachtster Boys ben ik begonnen. Mijn eerste contractje was 750 gulden. Het geheim is dat ik van voetbal hou en dat ik loyaal en betrouwbaar ben. In mijn tijd bij De Graafschap kon ik ineens naar een hele mooie club in Indonesië waar ik heel veel kon verdienen. Dat heb ik niet gedaan. We stonden er niet goed voor, dan kun je de club niet in de steek laten. Maar als er ooit nog iets moois komt waar ik geen nee tegen kan zeggen, dan doe ik het misschien wel. Ik leef niet te ver vooruit, dat heb ik wel geleerd.’
Even een flauwe vraag. We mochten heerlijk mee ontbijten, maar moeten we straks ergens afrekenen?
‘Ben je nou helemaal idioot geworden. Nee, ik snap het, maar nee, je hoeft niet te betalen.’
Bent u geschrokken van de financiële situatie van Cambuur?
‘Nee, omdat ik altijd heel netjes van alles op de hoogte wordt gehouden. Door Ard en door Pieter Kooi. Het is wel ernstig, maar we kunnen het beheersen en voor elkaar krijgen. Het stadion is gebouwd in een tijd dat de kosten enorm waren. Daar zijn miljoenen bovenop gekomen. We speelden hier in het nieuwe stadion, terwijl het nog niet af was, maar de rest van de organisatie zat nog in het andere stadion. We hadden dus twee stadions.’
Verre van ideaal.
‘Zeker, ik heb zelfs bouwlampen in de kleedkamer moeten laten aanrukken, omdat de verlichting nog niet in orde was. We zaten te bibberen van de kou, hebben we kachels laten komen. Dat soort dingen allemaal. We gaan hier wel uit komen, maar we hebben wel hulp nodig van sponsoren. Ik heb al tegen Ard gezegd: Als het nodig is, ga ik mee de boer op.’
Bent u bang voor punten aftrek?
‘Nee, nul, dat zou ons keihard raken, maar dat gaat niet gebeuren. Deze club leeft als nooit tevoren. Tegen ADO Den Haag was het stadion met vijftienduizend man uitverkocht. Normaal zit er al veertienduizend. Er is dus heel veel uit te halen.’
Promotie zou de club enorm helpen.
‘Daar is iedereen zich van bewust. Maar niemand zegt er tegen mij iets over. Ik kan die druk ook heel goed weghouden bij mijn spelers en staf. Toen mij vanuit de groep berichten bereikten dat jongens toch verontrust waren, heb ik direct Ard gebeld en in een meeting met de spelersraad hebben we meteen uitleg gegeven. De spelers krijgen gewoon hun salaris. En verder willen wij gewoon heel goed voetballen. Het zou ons heel gelukkig maken als wij de club heel gelukkig kunnen maken met promotie. Dat zou financieel heel welkom zijn.’
Tot slot, 2025 loopt ten einde, ons woord van het jaar staat al vast, Kippenvanger.
‘Haha, ja hoor, natuurlijk.’
U noemde Cambuur-investeerder en pluimvee-ondernemer Bert van den Brink zo nadat hij op social media een aantal spelers had aangepakt na een nederlaag. Heeft u er spijt van?
‘Nee, natuurlijk niet. Ik heb niemand beschadigd, hij mijn spelers wel. Kippenvanger is gewoon een beroep hè. Die meneer is er smoorrijk mee geworden (geschat vermogen vijfhonderd miljoen euro, red.). Maar iedereen schreef er vervolgens over. As ik hem tegenkom, zeg ik hem gewoon goedendag. Kippenvanger woord van het jaar, van mij mag het.’
