Fan van SC Cambuur
Nieuws

Jort van der Sande terug in Nederland

Jort van der Sande (29) is weer terug. De aanvaller van SC Cambuur heeft al 250 wedstrijden gespeeld in de Keuken Kampioen Divisie, waar hij voor FC Den Bosch, FC Eindhoven, NAC Breda en ADO Den Haag heeft gespeeld, en is deze zomer weer terug naar de club. Na een periode bij Dundee United is de aanvaller nu werkzaam bij SC Cambuur.

De rossige spits staat met een brede glimlach voor de ingang van het gloednieuwe Kooi Stadion. Op vrijdagmiddag, wanneer Cambuur vrij heeft, moet er geen gesprek over politiek plaatsvinden. Van der Sande is echter iemand die reflecteert op het leven. En vooral met betrekking tot de toekomst. Als abonnee van De Correspondent, ‘Het is dat of VI PRO’, moet hij zich realiseren dat hij gaat spelen in het meest duurzame stadion van Nederland. Om de voetbalfilosoof eens te generaliseren.
Dit zal geen diepgaand verhaal zijn dat bijdraagt aan een beter begrip van de wereld. Met Van der Sande is het duidelijk dat het gesprek op verschillende manieren kan verlopen. Deze keer gaat het van Schotse voetbalhumor naar verlof van de zwangerschap. Van een verbod op vuurwerk tot een vergelijking tussen Henk de Jong en Peter Hyballa.
‘De journalistiek ondervindt al voldoende druk. Als consument wordt het je moeilijk gemaakt door de toegenomen kosten voor levensonderhoud. Soms is het belangrijk om na te denken over welke platforms je jezelf aansluit. Dit is ook te vinden op VI PRO, nietwaar? Ik heb voor De Correspondent gekozen. "Het is voor mij belangrijker om geïnformeerd te blijven over de wereld dan om te lezen over een nieuwe linksback," aldus Van der Sande, die op zijn eigen manier direct in de aanval gaat.
Nou, we weten waar we staan. Maar Van der Sande kan ook gelijk schakelen. Tussen wereldproblematiek en voetbal. ‘Schitterende club’, merkt hij op als Cambuur weer ter sprake komt. ‘Dit stadion, het lijkt me sterk dat dit gebouwd is voor de Keuken Kampioen Divisie. Nee, niemand gaat hier zeggen: we vinden het zo prima. Deze club wil omhoog. Dat gaat ook wel een keer gebeuren. Cambuur moet zich gaan settelen en ik wil daar heel erg graag een steentje aan bijdragen.’

Na 250 competitiewedstrijden in de Eerste Divisie reisde hij vorige zomer nog naar Schotland. Dundee United gaf Van der Sande de mogelijkheid om een avontuur in het buitenland te beleven. Hij maakte geen doelpunten, vertrok na een jaar opnieuw, maar desondanks had hij de tijd van zijn leven. ‘In de KKD vond ik het eigenlijk wel prachtig. “En ik scoorde ook de doelpunten in Schotland, nietwaar?”, grapt hij met zelfspot. ‘Nee, maar inderdaad, ik heb genoten, man. Sportief kon het allemaal beter dat klopt. Maar dat was individueel. Als promovendus eindigden we als vierde. Ik hoopte zelf wat meer directe invloed te hebben, maar het loopt niet altijd zoals je had gehoopt. Iedere minuut dat ik daar was, heb ik genoten. Alleen, ik scoorde niet. Als je een spits bent, is dat lastig. Dan ben je een keer het kind van de rekening. Ik wist mijn plek op gegeven moment ook wel. Ik had géén doelpunt gemaakt, mijn concurrent werd bijna topscorer van de Premiership.’ zei van der Sande.
Jort van der Sande

Schotse humor
Van der Sande beschouwt voetbal echter als een middel om zijn leven kleur te geven. Toch is er niemand die zijn dagelijkse gemoedstoestand laat beïnvloeden door sportief succes. ‘Het was geweldig om met Schotten te werken. Nederland is in alle opzichten rijker. Dat start al bij het douchen met de onderbroeken, dat is niet toegestaan in Dundee. Alles wordt verteld. Tijdens mijn eerste training had ik een vreemde kijk. Dan ging iemand het veld op om te plassen. Hij hing hem zo uit zijn broek een meter buiten het veld en stond over het gras te zeiken. "Het is allemaal mogelijk. Alleen het accent is al fantastisch. Maar ook de cultuur. De scheiding vinden tussen het harde werken en gas terug nemen. Op het moment dat een Schot het gaspedaal los kan laten, wordt dat maximaal uitgebuit’, vertelt Van der Sande. ‘Dan worden er grappen gemaakt. Tót de warming-up begint, dan gaat de knop om. Hoe we in Dundee een team vormden, was ook uniek. Er heerst daar een pubcultuur natuurlijk, maar ook een soort natuurlijke vorm van het samen willen zijn. Als we uit in Glasgow of Edinburgh speelden, waren we in aanloop naar die wedstrijd al bezig om iedereen een hotelkamer te laten boeken, zodat we samen de stad in konden. En Britten zuipen dan alsof ze een week als tiener op Mallorca zitten’, lacht Van der Sande. ‘Ploeggenoten pisten elkaars glazen vol…’, stipt de Brabander nog een keer aan. Vaste prik zelfs op een stapavond. ‘Dat gebeurde iedere keer. Altijd wisselde iemand wel een glas om. En steeds zat er weer een pis te drinken. Vonden ze geweldig. In Nederland is dat not done hoor, het klinkt zo ook wel banaal, maar daar vinden ze het goede humor. Ik heb na de eerste keer dat ik dat zag, altijd Guinness besteld. Voor mijn eigen veiligheid, omdat je dan kon zien of iemand erin had lopen plassen.’

Geschuurde kozijnen
Van der Sande onderstreept zijn verhaal ‘Het teamgevoel in Groot-Brittannië is intenser dan in Nederland. De stadions vond ik ook prachtig. Ibrox, Celtic Park of uit naar Hibernian, geweldig. Ook die oude stadionnetjes, van die bouwvallen die niet meer onderhouden waren sinds de negentiende eeuw, daar genoot ik van. In zo’n verpauperde Schotse wijk, waar je vanuit alle hoeken mensen uit woonwijken zag aanlopen, tribunes van golfplaten en aan schilderwerk doen ze niet. Als we de derby tegen Dundee FC speelden, moesten de wisselspelers een stoeltje delen. De trainers zaten met een laptopje in het hok van de fysiotherapeuten. Het was zo klein, maar ook knus. Het is wel romantisch. Mijn vrouw vond het ook fantastisch. Die had een baan, werd fantastisch opgevangen door collega’s en werd intensief betrokken door de spelersvrouwen. In een jaar zijn we halve Schotten geworden en echt niet door mijn kapsel. Elke week werden we meer Schots. Ik betrapte me er zelfs op dat ik een interland van Engeland keek en écht blij werd als ze een tegendoelpunt kregen. De sympathie van de mensen greep ons.’

Van der Sande merkt echter enkele punten op die hem ook doen beseffen dat hij het in Nederland nooit zo slecht heeft ervaren. ‘Leuk dat er een paar mensen in een kilt met een doedelzak op straat staan, maar in Nederland is alles zoveel beter geregeld. Iedere straat ligt vol potholes, kozijntjes worden niet geschuurd, alles is verouderd. De Brexit heeft een aanslag op het land gepleegd. En dan zijn we in Nederland klagers, maar we vergeten hoe fijn we het hebben. Ik heb Nederland leren koesteren. Mijn vrouw kreeg in Schotland zwangerschapsverlof, nou die kreeg een vergoeding waar we één pak luiers van konden kopen, hoor. Dat is bij ons perfect geregeld. De gemeentehuizen werken nog met briefpost, die lopen veertig jaar achter. Het is niet meer het British Empire, het heeft er stilgestaan. Ik heb niet één iemand gesproken die blij is met de Brexit, weet je dat?’ zegt hij. ‘Culinair gezien hoef je trouwens niet naar Schotland, hoor. Culinair betekent daar: alles in de frituur’, schiet hij in de lach. ‘Ik bestelde altijd in de Indiase restaurants, dat waren de enige normale mogelijkheden. Haggis? Heb ik op, maar dat is niet speciaal, hoor. Zoek maar op wat erin zit, dan hoef je het ook niet meer.’

Van der Sande kijkt met veel enthousiasme naar Schotland en ratelt door ‘Ik vond oudejaarsdag ook bijzonder. In Nederland zijn we ieder jaar onze tijd aan het verdoen met een vuurwerkdiscussie. Dat kan je daar niemand uitleggen. “Mag je zelf vuurwerk kopen?”, krijg je dan terug. Totale onbegrip. “Dat is toch levensgevaarlijk”, zeiden ze. Stond ik daar een beetje te grinniken. Maar eigenlijk slaat het inderdaad nergens op. Toch? Daar ging iedereen op middernacht naar buiten. Met doedelzakken het volkslied, Flower of Scotland, spelen. En dan is het inhaken, dansen, de straten op. En je ziet hele slingers van mensen verbonden worden aan elkaar. Mijn hond had ook ineens de dag van zijn leven, zonder vuurwerk. Gaan wij ons straks weer maanden over opwinden via allerlei kanalen. Let maar op. Waar maak je je druk om zeg? Een traditie, die levensgevaarlijk is. Kan je zonder vuurwerk geen lol hebben? Ik weet inmiddels wel dat het kan zonder het risico te lopen dat je ogen uit je kop geknald worden.’

Henk de Jong of Peter Hyballa.
Uiteindelijk is dat publieke onderwerp ook weer verholpen. Misschien is er nog een minister van Justitie en Veiligheid verborgen in de aanvaller van Cambuur. Oh ja, spits is-ie ook nog. ‘Ik ben op 14 juni vader geworden. Het is een Schot, ja. Gaaf toch? Dat maakt de binding met het land en de stad Dundee extra sterk. We zijn er voor altijd aan verbonden. Alleen toen ben ik tóch wat veranderd. Zorgelijker naar de toekomst gaan kijken. Naar het grote plaatje, maar ook naar mijn eigen verantwoordelijkheden. Ik had nog een jaar contract in Dundee, maar toen kwam Cambuur langs. Niet té dicht bij huis, grote club, mooie ambities en een langdurige verbintenis.’
Hij maakt de keuze om te kiezen voor Sûkerbôle in plaats van Haggis. Van der Sande vertelt ‘Henk de Jong was een belangrijke factor in mijn keuze. Iemand die menselijkheid centraal heeft staan. “Doe maar normaal, ben jezelf”. Dat ben ik de afgelopen jaren wel gaan koesteren. In Schotland had ik dat ook, maar in Nederland scheelde dat er weleens aan. Hoe mijn gesprek met Henk liep? Ik denk dat nog nooit een speler een slecht gesprek met Henk de Jong heeft gehad.’
Het contrast met een paar van zijn vorige trainers, zoals Peter Hyballa en Darije Kalezic, is groot, merkt Van der Sande nog een keer op. ‘Die hebben ook bijzondere kanten. Je maakt met dat soort trainers een hoop mee. Maar het is ook wat heftiger. Ik wil over niemand negatief spreken. Maar bij Henk weet je waar je aan toe bent. En Cambuur, schitterende club. Het heeft hier, met die tribunes zo steil en kort op het veld, ook wat weg van een Brits stadion.’

‘Promotie is ons doel, ja’, geeft Van der Sande aan. Om direct ook weer een eigen draai aan dat doel te geven. ‘Maar het is niet mijn levensdoel. Het is mooi dat we er samen voor strijden, maar als ik de Eredivisie nooit ga halen, is mijn carrière niet eens mislukt, hoor. Ik zit nooit te denken: Jezus, ik moet de Eredivisie halen. Dan zit er geen smetje op mijn dromen. Het verandert me niet als mens. Maar zeker, ik heb het liever wél dan niet.’

Bahama’s of De Herdgang
En dan nog de Nations League met Bonaire die in het nieuwe jaar weer begint. De spits is international van het eiland. Negen caps staan al achter zijn naam. Dat Cambuur tijdens interlandperiodes doorspeelt, is nog een hoofdbreker, geeft hij toe. ‘Ik speel niet voor het Nederlands elftal. Maar ik wil wel gezegd hebben dat die interlands je ontwikkeling als mens stimuleren.’

‘Ik hoop gewoon zoveel mogelijk mee te kunnen’, erkent hij eerlijk. ‘Je komt in een spagaat, vanwege tegenstrijdige belangen. Maar ik kom op plekken waar je normaal nooit zou komen, met Bonaire. Als we bijvoorbeeld in oktober, in dat druilerige herfstweer uit bij Jong PSV, of anders uit bij de Bahama’s spelen, maken ze het me wel heel moeilijk.’

Bron: www.vi.nl - VI PRO